Twee honderdjarigen, een stel
Arm in arm liepen ze, Jo en Bas Veldhuizen, die regenachtige zaterdagavond, vijf jaar geleden. De kerk was net uit, overal lagen plassen. Eén plas was zó groot, daar moesten de twee wel omheenlopen. Komt er een autoomde hoek rijden, met een ongelofelijke rotgang. Jo kreeg een opdonder, ze vielen samen op de grond. Maanden hebben ze in het ziekenhuis gelegen. Samen op één kamer. Dat was
fijn. Jo en Bas Veldhuizen zijn honderd. Jo vierde haar verjaardag in november vorig jaar, Bas deze week. Twee honderdjarigen, één stel.
Ach, we rommelen maar wat aan, zegt Jo. Iedereen vraagt het ze, keer op keer: hoe word je honderd? Jo heeft geen idee. Je wordt het, meer niet. Bas zegt elke ochtend bij het opstaan: Zo Jo, we leven nog. Pa 100!!!!!!!!! Zo staat het op de kalender, die in de hoek van de kamer op een tafeltje staat. Jo’s handschrift. Ik noem hem pa, zegt ze, dat ben ik zo gewend. Jo en Bas kunnen zich de allereerste
kus, in 1930, nog goed herinneren. Dat kwam zo: Bas en de vader van Jo werkten als verkoper bij C&A in Dordrecht. En Bas zocht een
kamer. Jo’s vader zei: kom bij ons wonen, we hebben tien kamers. Op een avond, Bas woonde er al een tijdje, kreeg Jo een idee: ik ga
Bas Dordrecht laten zien.Samen liepen ze de stad in. Toen,op de weg terug naar huis, kusten ze voor het eerst. Of Jo voor die wandeling al
verliefd op hem was? Welnee, daar had ze nog nooit aan gedacht. Bas moest na die kus in elk geval het huis uit. Twee geliefden in één
huis, dat kon echt niet. Dat ging in goed overleg met de huisbaas, zegt Bas. Twee jaar later, op 27 juli 1932, trouwden ze. Ze hebben een tijdje in Enschede gewoond, daarna in Utrecht: Overvecht, Tuindorp, De Meern. Hij heeft veertig jaar bij C&A gewerkt, zij had jarenlang een baan als coupeuse. Ze kregen zeven kinderen. Alle zeven leven nog. Na dat vervelende ongeluk, vijf jaar geleden, konden ze terecht in woon-zorgcentrum Nijevelt in De Meern. Kamer 152, met een klein keukentje, een woonkamer en een slaapkamer. Aan de muur en op de kastjes veel familiefoto’s. Een ansichtkaart met een afbeelding van de paus. En overal schilderijen die Bas gemaakt heeft: de plassen bij Maarssen, een kerk in Tuindorp, een Canadees landschap. Bas kan niet veel meer. Hij ziet slecht, hij hoort slecht. Overdag zit hij in zijn stoel, met zijn grijze, achterovergekamde haren. Een stoel met zo’n knopje op de armleuning. Soms leest Jo hem voor uit de krant. Jo doet verder aan kruiswoordpuzzels en handwerken. Op dit moment borduurt ze iets op een zakdoek. Ze zijn allebei bij, zegt Jo. Dat is heel wat waard. Soms maken ze een ommetje. De grote weg, een paar honderd meter verderop, is ze te ver. Arm in arm lopen is er ook niet meer bij: ze hebben allebei een rollator. Buiten, zittend op het bankje, pakken ze elkaars hand wel eens vast. Twee honderdjarigen, één stel. Ach, ze rommelen maar wat aan, zegt Jo. Ze hebben het fijn samen. 
Bekijk PDF