Kleine Wesley, groot in Madrid
Oma Nel geeft niks om voetbal. Die jongens trappen mekaar toch alleen maar kapot. ’t Is soms net worstelen. Nog nooit heeft ze haar kleinzoon zien voetballen. Niet bij Real Madrid, niet bij Ajax. Ze spaart wel alle Story’s, Privés en andere blaadjes waar Wesley in staat. Ook opa Wim gaf niks om voetbal. Hij is wel een keer bij een thuiswedstrijd van Ajax geweest, maar die ene keer vond ie genoeg. Hij heeft de megatransfer niet mee mogen maken: opa Wim overleed in mei van dit jaar. Nel was even naar de kapper, kwam terug en zag dat hij nogal raar in de bank zat. Praten, schudden, Wim reageerde nergens op. Hartstilstand, bleek later. Hij heeft niet geleden, heeft de dokter gezegd.

Oma, vroeg Wesley afgelopen maanden herhaaldelijk, wanneer kom je nou eens langs in Madrid? Ik kom niet langs, heeft ze gezegd. Als ik toch moet komen, kom ik áán. Da’s toch een verschil, zegt ze. Madrid, dinsdagavond 11 december, kwart over acht. Real, met Wesley in de basis, speelt over een kwartier tegen Lazio Roma in de Champions League. De 74-jarige Nel Thiele zit op een terrasje, op nog geen tweehonderd meter van Estadio Santiago Bernabéu. Het is rumoerig op straat. Duizenden Realsupporters lopen zingend en joelend voorbij. Oma Nel is onder de indruk.  Kleinzoon Jeffrey, de broer van, geeft haar een frietje van Burger King. Hier, opeten oma, zegt Jeffrey (25).

Wesley Sneijder heeft niet alleen oma Nel en broer Jeffrey, maar ook vader Barry (42), moeder Sylvia (43) en zes Utrechtse vrienden uitgenodigd om de wedstrijd bij te wonen. Een Utrechts onderonsje, daar op het terrasje in de Madrileense buitenlucht. Met z’n allen aan een grote tafel, met bier, frietjes en broodjes hamburger. Barry hoeft geen whopper. Doe hem maar een biertje en een shaggie. Hij heeft last van wedstrijdspanning. Ramona, Wesleys vrouw, is thuisgebleven, samen met de vijftien maanden oude Jessey.

Wanneer het Utrechtse cluppie rond half negen naar het stadion loopt, wordt Jeffrey een paar keer vreemd aangekeken door Realsupporters. Hij lijkt op Wesley, vandaar. Maar de supporters lopen door. Het kán Wesley niet zijn. Die speelt. Vak twaalf, en de rest van het stadion, lopen in een mum van tijd vol. Barry gaat staan, wanneer de stadionspeaker de spelers een voor een opnoemt. Hij, en de rest van het stadion, klappen bij het horen van de naam Wesley. Barry’s familieleden en Wesleys vrienden zitten even verderop. Barry pielt tijdens de eerste helft aan zijn nagels en moet vaker plassen dan normaal.

Real speelt goed, zijn zoon ook. Binnen twintig minuten staat het 3-0 voor Real. De wedstrijd is gespeeld. Barry: ,,Wedden dat Wes wordt gewisseld?’’ Wes wordt gewisseld, laat hij Jeffrey tijdens de rust per sms weten. Hij moet gespaard worden, aldus de trainer.  Tien minuten voor het einde verlaat de familie vak twaalf. Thuis drinkt de hele familie nog een wijntje.

De dag na de wedstrijd doet de familie het kalm aan. Oma Nel en Wesleys ouders passen op kleinkind Jessey, zodat Wesley (hij heeft vrij gekregen van de trainer) en Ramona met z’n tweeën kunnen shoppen in El Cortes Inglés, Spanjes beroemdste warenhuis. Jessey voelt zich op zijn gemak bij opa en opa. Barry en Sylvia zijn inmiddels een keer of tien bij Wesley, schoondochter en kleinkind op bezoek geweest. De Utrechter heeft graag familie om zich heen. Wesleys huis staat in een poepchique nieuwbouwwijk van Madrid. Vier verdiepingen, vijf badkamers, bescheiden tuin, klein zwembad. Geen kasteel, maar groot genoeg. Wesley woont op een beveiligd terrein, ver van de hectische binnenstad. Een rustige nieuwbouwwijk, twee jaar geleden gebouwd. Collega Van Nistelrooij woont even verderop, net als Robinho. David Beckham heeft er nog een huis, Guus Hiddink ook.

Barry en Sylvia zien hun zoon misschien nog wel vaker dan toen hij in Utrecht woonde en bij Ajax voetbalde. Sylvia: ,,Je gaat niet voor een dagje heen en weer. Drie, vier dagen, anders is er niet zo veel aan.’’ Ze hebben weinig van de stad gezien, op een paar winkelcentra na. Dat komt nog wel, zegt Sylvia. Barry wil in elk geval nog een keer met zo’n toeristenbus door de stad rijden.

Barry en Sylvia hebben drie kinderen. Alledrie vergeven van voetbaltalent. Barry’s vader was prof bij Velox, Barry zelf was niet zo’n grote voetballer. Hij speelde tot z’n veertiende bij Odin. Wesleys verhaal is bekend. Jeffrey was een groter talent, speelde zijn hele jeugd bij Ajax, was aanvoerder, maar blessureleed stond een glansrijke carrière in de weg. Hij speelt nu bij Elinkwijk, maar herstelt voor de zoveelste keer van een knieblessure. Binnenkort gaat hij werken voor Essel Sports, het sportmanagementbureau van oud-prof Sören Lerby. Lerby is de zaakwaarnemer van onder anderen Wesley. Ook Barry, voetbalmakelaar van beroep, werkt voor Lerby. Rodney, de jongste, is zestien. Hij speelt in de B1 van Ajax en zit op het ROC in Kanaleneiland. Sylvia: ,,Het is soms moeilijk de aandacht te verdelen. Rodney baalt dat wij nu weer in Madrid zijn. Hij wil ook, liefst elke week. Rodney mist Wesley en Jessey enorm.’’ Wesley, Jeffrey en Rodney zijn broers, maar vooral ook vrienden. Ze vormen een blok, ze gunnen elkaar alles, zegt Sylvia. Wesley verdient een hoop geld, speelt bij een van de beste clubs ter wereld. Er is geen jaloezie, zegt Jeffrey. Hij heeft pech gehad, Wesley niet. Mooi toch?

’s Avonds neemt Wesley vader, moeder en oma mee uit eten, naar Merlion, een oosters restaurant vlak bij het stadion. Ook Ramona en Jessey gaan mee. Jeffrey is inmiddels naar Nederland vertrokken. Jessey steelt de show in het restaurant. Hij is ondeugend, maar niet vervelend. Hij ramt met de eetstokjes op zijn kinderstoel, hij lacht, hij danst. Jessey is al aardig aan het Spaanse ritme gewend, zegt Ramona. Laat naar bed, de volgende ochtend uitslapen. Die eerste maanden zijn voorbijgevlogen, zegt Wesley. Hij mist Utrecht, hij keert er zeker terug, maar eerst wil hij oogsten én genieten in Madrid.

De volgende ochtend. Het is half tien, wanneer Oma Nel, Sylvia en Jessey naar de Teletubbies kijken. Barry haalt broodjes en kranten, Wesley staat onder de douche, Ramona slaapt uit. Jessey heeft afgelopen nacht liggen spoken, vandaar. Wanneer Wesley is aangekleed, gaat hij met vader Barry naar de training, die om elf uur begint. Het is een minuut of vijftien rijden van Wesleys huis. Het enorme trainingscomplex van Real Madrid, langs de snelweg, blijkt een vesting. Hekken, een politiepost, weer hekken, nog een politiepost. Voetbalfans komen er niet op. Wesley kleedt zich om, Barry drinkt een bakkie en neemt plaats op de familietribune. Alles valt nu op zijn plaats, zegt hij. Valencia wilde hem hebben, Barcelona had belangstelling. Barry is blij dat het Real is geworden. De beste club van de wereld, met een enorme achterban. Wesley kan goed met die druk omgaan. ,,Je móet hier elke week presteren. Wes blijft er rustig onder, hij laat zich niet gek maken.’’ De training is niet zwaar. Inlopen, rekken, rondootje. De spelers hebben lol, Barry ziet het glimlachend aan. Hij wijst nog eens naar het veld. Hij ziet wereldvoetballers, grootverdieners, jongens die altijd in the picture staan. Zijn zoon loopt daar zomaar tussen.

Kleine Wesley, groot in Madrid.