Ook olifant kan niet zonder techniek
Vooropgesteld, het bureau van Emiel Pels ziet er schoon en overzichtelijk uit. Maar een doorsnee bureau heeft de 40-jarige Amersfoorter zeker niet. Natuurlijk staat er een computer, een pennenbakje en liggen er, her en der verspreid, stapeltjes papier. Maar ook een schakelkastje, mobiel meetapparatuur en ander, niet-alledaags gereedschap. Onder zijn bureau liggen twee paar werkschoenen. Met stalen neus. Op het toetsenbord ligt een enkel A-4tje. Ongetwijfeld belangrijk, anders lag het daar niet. ‘Kraan tussen pinguins en kinderboerderij’, staat bovenaan het lijstje. Daaronder: ‘Grondlassen  Dinobos’. En: ‘Speeltuin controleren’. Maar ook: ‘Grote loc naar werkplaats. Rijdt slecht’. De leukste staat onderaan: ‘Valslot giraffenhek’. Het is een belangrijk papiertje, zegt Pels. ,,Het zijn dingen waar we, liefst vandaag nog, naar moeten kijken. Neem die locomotief, die rijdt hier al sinds 1968. Best lang dus. Dat vergt veel onderhoud. Nog niet zolang geleden is het grint onder de rails vervangen. En ja, dat giraffenhek moet ik controleren. Er is iets mis met de vergrendeling van het schuifhek. Die informatie krijg ik van de dierverzorger.’’

Emiel Pels is medewerker Technische Dienst bij DierenPark Amersfoort. Al negentien jaar, zegt hij met een glimlach op zijn gezicht. ,,Als tiener had ik hier altijd een bijbaantje in de horeca,doordeweeks ging ik naar de mts, waar ik me specialiseerde in elektrotechniek. Toen ik klaar was met de opleiding, ben ik gevraagd om hier bij de Technische Dienst te komen werken. Geen seconde heb ik getwijfeld. Het klinkt misschien gek, maar een betere werkplek kan ik me niet voorstellen. Het voelt af en toe écht als een tweede thuis.’’ Wat Pels zo aantrekkelijk vindt aan zijn baan, is de onvoorspelbaarheid van zijn werkzaamheden. ,,Wanneer ik hier begin, ’s ochtends zo rond half acht, kan ik plannen wat ik wil, maar meestal loopt een dag totaal anders dan ik me had voorgesteld. Natuurlijk heb je de langlopende projecten, maar ook de zogenaamde spoedjes. Van lekkage bij het dak van een dierenverblijf en een hoefdier die een deur kapot heeft getrapt tot een kapotte friteuse in een van de horecagelegenheden op het terrein. Het kan echt van alles zijn.’’ Pels is de laatste tijd vooral veel te vinden in het Zoölogisch Museum, dat in het midden van het park ligt: naast een ruimte met flink aantal opgezette dieren is dit ook het domein van de zogenaamde Koele Knuffels. De naam verraadt het al: het zijn aaibare beesten. Maar dan alleen voor de dapperen onder ons: het gaat onder meer om vogelspinnen, slangen, wandelende takken en baardagames. Pels: ,,Aan de hand van enquêtes is gebleken dat de Koele Knuffels zeer populair zijn onder bezoekers. Daarom is besloten tot uitbreiding. Ik ga niet over de dieren, maar ik word wel nauw betrokken bij de noodzakelijke verbouwingswerkzaamheden, met name op het gebied van elektrotechniek. Van airconditioning tot de verlichting met schakelklokken. Ik houdme bezig met de planning, doe de inkopen, zie er op toe dat alles goed verloopt.’’ Het museum wordt groots verbouwd en wordt medio juni heropend als het  Honderdduizend DierenHuis. Pels glundert wanneer hij de meterkast opent. ,,Het zijn 32 groepen. Wat je daar ziet, is mijn werk. Ik ben niet voor niets elektrotechnicus geworden, hè? Het samenstellen van die groepen in zo’n meterkast is net een puzzel: het moet kloppen. Ik vind het een enorme uitdaging om zoiets te maken.’’ Bij de Technische Dienst werken op
dit moment acht mensen, zegt Remco Sevink, hoofd Technische Dienst. ,,Vrouwen? Nee, die lopen er op dit moment niet rond, alleen in de groenvoorziening. Natuurlijk zijn ze hartstikke welkom. We hebben trouwens wel eens een vrouwelijke stagiair gehad, maar de wereld van de techniek blijft blijkbaar toch een mannending.’’ 

Sevink, 41 jaar, werkt precies twaalf jaar bij DierenPark Amersfoort. Net als Pels heeft hij demts afgerond, maar gekozen voor een andere richting: bouwkunde. Specifieker: weg- en waterbouw. In principe valt de groenvoorziening - met vijf mensen - ook onder hem, hoewel ze heel andere werkzaamheden verrichten. Sevink: ,,Iedereen op de Technische Dienst heeft zo zijn specialiteiten, we hebben bijvoorbeeld drie timmermannen rondlopen, maar in principe zijn alle mensen van de dienst breed inzetbaar. Eens in de week heb je bijvoorbeeld storingsdienst. Nou, van Emiel heb je net gehoord wat er allemaal mis kan gaan. Alles waar een stekker aan zit, gaat een keer kapot, zo simpel is het.’’ Wat de Technische Dienst in principe niet doet, is de ict, behalve dan het aanleggen van de infrastructuur. Sevink: ,,Een kleine storing bij een printer proberen we zelf nog op te lossen, maar daar houdt het wel mee op als het gaat om ict. Onderhoud van de hardware en de software hebben we weggezet bij een gespecialiseerd bedrijf. En dat werkt goed.’’ Het vooroordeel dat een Technische Dienst zich louter bezighoudt met onderhoud, wuift Sevink weg. ,,Tja, veel mensen denken dat. Kijk, onderhoud is een belangrijk onderdeel van ons werk, daar draai ik niet omheen. Veel dingen worden hier nu eenmaal zeer intensief gebruikt. Niet zo gek, als je bedenkt dat
we 365 dagen per jaar open zijn en zo’n 700.000 bezoekers trekken. Maar wij worden ook altijd zeer nauw betrokken bij bijvoorbeeld grote verbouwingen. Wij bewaken het budget, stellen het programma van eisen op, kopen in, sturen aannemers aan. De directie heeft
wat dat betreft veel vertrouwen in ons.’’  

Niet zonder trots laat hij het Rijk der Reuzen zien, het leefgebied van de Elephas Maximus, ofwel de Aziatische olifant. Het DierenPark telt er zes: vijf vrouwtjes en Alexander de bul. Het leefgebied van de olifanten omhelst zo'n vierduizend vierkante meter en is sinds juni vorig jaar helemaal toegankelijk voor gasten, doordat er bijvoorbeeld gebruik is gemaakt van glazen wanden en open ruimtes bij zowel het binnen- als buitenverblijf. Het binnenverblijf, inclusief olifantendouche, is gloednieuw. Met 750 vierkante meter is het tevens niet zonder het grootste binnenverblijf van Nederland, en het op twee na grootste in Europa. Indrukwekkend zijn de separatieruimtes, opgebouwd uit enorm dikke
stangen. Om misverstanden te voorkomen: olifanten slapen niet in deze separatieruimtes, maar komen hier voor een training of een teenbehandeling. Sevink: ,,Dit binnenverblijf is een project waar ik veel tijd in heb gestoken. Vanaf het moment dat de eerste ideeën kwamen tot en met de oplevering. Daar zit misschien wel drie jaar tijd tussen, want er komt veel bij kijken, met name op het gebied van veiligheid. Het is prachtig geworden. Snap je nu wat ik bedoel met de diversiteit van ons werk?’’ Sevink en Pels zijn het er roerend
over eens: werken in een dierenpark betekent werken in een bijzondere omgeving, ook al zijn de mensen van de Technische Dienst meestal achter de schermen actief. Sevink: ,,Wij werken natuurlijk niet zelf met de dieren. Als wij een dierenverblijf in moeten om een valslot te repareren, dan moet er altijd een dierenverzorger mee. Maar het klopt, je moet er wel wat mee hebben.’’ Pels: ,, Mensen komen hier voor een dagje lol: dat zijn natuurlijk de beste klanten die je kunt hebben. Het is een leuke wereld. Ik vind het helemaal niet erg wanneer ik een
storingsdienst heb en ik hier ’s avonds plotseling naar toe moet om iets te repareren of te bekijken. Soms neem ik een van mijn kinderen mee, die vinden dat hartstikke spannend. Al die verschillende geluiden die je dan hoort. Dat blijft indrukwekkend.’’ 

(AD Utrechts Nieuwsblad, 2011)