De bouw: een kwart wil wel een andere baan
Een kwart van de mensen die werkzaam is in de bouw wil graag van baan wisselen, blijkt uit het salarisonderzoek van Cobouw en Berenschot. Bijvoorbeeld omdat ze denken dat er bij een andere werkgever meer ontwikkelingsmogelijkheden zijn. Of omdat ze verwachten elders meer te kunnen verdienen of sneller promotie te kunnen maken. Ook de hoop op een betere sfeer en een baan dichter bij huis speelt bij sommigen een rol. Zo’n zeventig procent van de bouwprofessionals die een andere baan ambieert, wil gewoon in de bouwsector blijven. Dat betekent echter ook dat dertig procent zijn of haar heil wil zoeken in een andere sector.

De cijfers vallen René van Beek, commercieel directeur DIT Bouw en Techniek, eigenlijk nog mee. DIT is een van de grootste uitzend- en detacheringsbureaus van Nederland op het gebied van installatietechniek, bouw en metaal. ,,Laat ik het zo zeggen: ik had niet vreemd opgekeken wanneer meer dan een kwart van de bouwprofessionals een andere baan zou willen. Het is nog steeds erg onrustig op de markt.’’ Van Beek denkt dat vooral de angst om je baan te verliezen mensen doet bewegen elders emplooi te zoeken. ,,De bouw zit al 2,5 jaar in zwaar weer, dat is niks nieuws. Feit blijft dat, ondanks kleine lichtpuntjes, nog steeds substantiële bedrijven het loodje leggen. Midreth uit Mijdrecht en Heddes Bouw uit Hoorn, om een paar recente voorbeelden te noemen. Veel mensen in de bouwsector worden daar onrustig van. Die gaan twijfelen en denken: hé, waarom zou het bedrijf waar ik voor werk eigenlijk níet failliet kunnen gaan?’’

Van Beek wil de twijfelaars vooral adviseren om bewust te kiezen. ,,Of je nu kiest voor een andere baan binnen de sector of een baan er buiten, kies sowieso niet uit angst. Angst is een slechte raadgever, toch? Nee, kies uit overtuiging. En wees je bewust van de risico’s.’’
DIT Bouw en Techniek merkt dat de vraag naar personeel weer aan het groeien is: tijdelijk personeel. Van Beek: ,,Met name als het gaat om banen voor gekwalificeerde en ervaren vaklieden. Er is werk voor de vakman die geen uitleg meer nodig heeft en gelijk inzetbaar is. Iemand die zegt: ‘doe mij die tekening maar, dan maak ik de installatie klaar’. Zo hebben we recent nog een uitvoerder van Midreth geholpen aan een nieuwe baan bij Van Wijnen. Stel je maar een piramide voor: in het middelste gedeelte en in het topje gaat het weer goed, de brede onderlaag , waarin de assistent-monteurs en de leerling-monteurs zitten, niet. Nog niet.’’

De vraag naar personeel is dus groeiend, constateert Van Beek, maar bedrijven willen liefst werken met tijdelijke krachten. ,,Bedrijven zijn heel voorzichtig met het uitdelen van vaste contracten.’’ Het Amerikaanse model. Ofwel: als werknemer van contract naar contract hoppen en flexibel inzetbaar zijn. Die combinatie lijkt volgens directeur Frank Haagedoorn van detacheerder Continu de trend worden op de arbeidsmarkt voor de bouw in Nederland. ,,Wij merken ook dat de bouwsector weer aantrekt, zij het heel voorzichtig. Vele bedrijven hebben het de laatste jaren financieel erg zwaar gehad. Minder opdrachten hebben tot gevolg dat je minder personeel nodig hebt. Hebben ze nu weer iemand nodig, dan liefst iemand voor de duur van het project. Tijdelijk dus. Zelfs als het weer goed gaat in de bouwsector, denk ik dat dat werken op projectbasis steeds vaker voor gaat komen.’’

Continu houdt zich bezig met detachering en werving & selectie van personeel binnen de sectoren bouw en techniek voor functies op mbo, hbo en wo niveau. Het bureau heeft 60.000 mensen in het bestand, zo’n 475 mensen zijn via Continu in de bouwsector aan het werk. Deze 475 mensen zijn in dienst van Continu, voor de duur van het project. Er ís werk, zegt Haagedoorn, maar het aanbod is nog steeds groter dan de vraag. ,,Als een opdrachtgever van ons een tekenaar nodig heeft, heeft Continu er zo tien beschikbaar. Dus kan een opdrachtgever kiezen.’’

Zijn advies aan mensen die graag van baan willen wisselen: zorg dat je vooraan staat, zorg voor een goed cv en onderhoud veel contact met jouw contactpersoon van een uitzend- of detacheringbureau. Continu zet alle vacatures op de website. Verder is Continu actief op LinkedIn en wordt er getwitterd. Haagedoorn: ,,Zo’n tachtig procent reageert via onze website op een vacature, maar de rol van social media bij het zoeken naar een baan wordt steeds belangrijker.’’

Voorzitter John Kerstens van FNV Bouw vindt het feit dat 25 procent van de bouwprofessionals op zoek is naar een andere baan, behoorlijk aan de hoge kant, maar hij valt niet van zijn stoel. ,,De bouw is een dynamische sector, altijd al geweest. Bovendien, onze leden zijn oud en wijs genoeg om zelf een beslissing te nemen en de risico’s in te schatten. Ik ga niet zeggen: heb je een baan, blijf maar zitten waar je zit. Waar ik me meer zorgen om maak, is het feit dat dertig procent van die groep aangeeft in een andere sector te willen werken. “Het gaat om ervaren mensen. Iemand die je verliest, krijg je niet een-twee-drie terug. Zorg dat je deze twijfelaars nu vast kan houden, want dan hoef je straks niet meer te zoeken.’’

Straks dus. Wanneer de markt weer aantrekt, wanneer er weer gebouwd kan worden, wanneer er weer dringend mensen nodig zijn. Kerstens: ,,Wie goede ogen heeft, ziet een klein beetje licht aan het einde van de tunnel. Toch zitten we nog midden in de crisis.’’ Kerstens begrijpt heus dat bouwbedrijven voorzichtig zijn met het aantrekken van personeel, dat ze kiezen voor tijdelijke krachten. ,,Op zich is er niks mis met flexibiliteit, als het maar om fatsoenlijke flexibiliteit gaat. De bouw mag niet doorschieten in flexibiliteit en onzeker werk. Dan jaag je jongeren weg. Juist voor hen moet je meer perspectief bieden. Mijn stelling is: de uitzendkracht van vandaag, is de vaste kracht van morgen. Profiteer niet louter van tijdelijke krachten, investeer ook in ze, bijvoorbeeld door ze opleidingen aan te bieden. Echt, we hebben ze straks hard nodig.’’

(Cobouw, 2011)